Zoeken in deze blog

zondag 27 november 2011

Terug naar het Bayerischer Wald: bruine beren en zwijnen


In maart plaatste ik een blog met foto's van de bruine beren: mannetje, vrouwtje en hun twee jongen. In oktober hebben we ze opnieuw gefotografeerd. De kleintjes zijn wat minder klein, ze stoeien nog wel maar er zijn ook lange uren van niets doen.

Maar als er actie in het verblijf komt, laten ze zien dat ze toch echt wel tot de wilde dieren behoren. De hoektanden van een beer zijn lang en puntig, de kiezen zijn minder scherp dan bij andere roofdieren.







Bruine beren zijn dik en gespierd. Hun dikke vacht beschermt hen tegen de kou en uitstekende boomtakken. De poten zijn ook erg sterk en hebben zware botten. Met die poten kunnen ze snelheden halen van 50 kilometer per uur. Een bruine beer loopt met zijn voeten plat op de grond. Zijn nagels zijn erg lang, zodat hij hier goed mee kan graven. De ogen van een bruine beer zien erg slecht; zijn ruikvermogen is daarentegen erg goed. Hij kan een dood dier op 25 kilometer afstand ruiken. Met zijn oren, die klein en rond zijn, kan hij goed horen.


De toevoeging "bruine" beer is eigenlijk misleidend, want de vacht kan verschillend van kleur zijn, variërend van licht crème tot donker bruin. Het uiteinde van de lange haren is vaak blond.



In deze herfstweek gaan we ook naar de wilde zwijnen. Ik had ze wel eens gefotografeerd bij het Aardhuis, maar daar staat dan heel veilig een hek tussen de zwijnen en mij. Wat ik toen ook wel eens lastig vond.

In Bayeren kun je door het hek naar binnen lopen en op zoek gaan naar de zwijnen. Het is een gigantisch groot stuk bos, waar je op/bij de paden moet blijven. Er liggen op verschillende plaatsen waterpoelen zogenaamde 'zoelen'  waar de zwijnen graag een modderbad in nemen. Het laagje modder dat na het baden op de huid van de wilde zwijnen achterblijft, biedt bescherming tegen muggen en vliegen. De huidparasieten drogen op in het modderlaagje en vallen van de huid af als de wilde zwijnen tegen een boom schuren.
Hier kun je dus heel dicht bij de zwijnen komen, of te wel de zwijnen kun hier heel dicht bij jou komen.
Toen ik steeds wat dichter bij kroop om plat op de grond liggend met de groothoek wat platen te kunnen maken, dook er plotseling een giga groot zwijn rechts van me op en die kwam in volle vaart mijn kant uit.
Ik schrok me dood en kroop zo snel mogelijk een eind weg. Maar blijkbaar is het veilig genoeg om rustig te blijven liggen. Zo'n laag standpunt en een groothoeklens geeft wel een indrukwekkend beeld, vind ik.




Een landschapje als afsluiting

In mijn volgende en laatste blog van het Bayerischer Wald komen de prachtige lynx en grappige visotter aan de beurt.

zondag 20 november 2011

Terug naar het Bayerischer Wald: wilde kat en edelhert


Een ochtendopname in Altschonau, in de directe omgeving van het Bayerischer Wald of te wel het Beierse Woud. Dat is een middelgebergte in de Duitse deelstaat Beieren. Het Beierse Woud loopt langs de grens met Tsjechië en gaat aan de Tsjechische kant over in het Bohemer Woud.

Het Beierse Woud loopt van boven Regensburg tot aan Passau. De hoogste top is de Grosser Arber van 1456 meter hoog. De belangrijkste rivier is de Regen. Een gebied van 240 km2 is in 1970 aangewezen als Nationaal Park Bayerischer Wald. In de winter is het een skigebied.


Spelen bij het riviertje de Ohe.

 


In het park is een verblijf met 2 wilde katten erin, daar ben ik in februari niet geweest.
In eerste instantie kunnen we er maar 1 ontdekken en die blijft net lang genoeg zitten om deze foto te kunnen maken. Daarna gaat zij met de rug naar ons toe achter een boompje zitten. Bekijk het maar, lijkt de boodschap te zijn.


De Europese wilde kat lijkt sterk op een grote, forse huiskat, maar de Europese wilde kat heeft nooit vlekken, alleen strepen. Het belangrijkste verschil is de staart, die bij de wilde kat veel dikker is. Over de staart lopen drie tot vijf brede, zwarte ringen. De staartpunt is afgerond en zwart. De ogen zijn vaalgeel van kleur.
We verlaten het hok en 's middags keer ik terug. Nu slaapt ze, maar na een poosje komt er wat actie.
De poes blijkt een prooi te hebben, het lijkt me dat het een mol is. Ze neemt hem mee het struikgewas in en maakt hem daar soldaat.

Op het menu staan voornamelijk konijnen, jonge hazen, kleine knaagdieren en vogels. Ze bespringen hun prooi vanuit een hinderlaag of besluipen hem.


Dan blijkt ze niet de enige kat te zijn. Nummer twee, een flink wat groter mannetje, laat zich ook zien, maar die moet het niet wagen om bij haar en haar prooi in de buurt te komen. Hij wordt weggesnauwd.

Dat gaat er stevig aan toe. Geen katje om zonder handschoenen aan te pakken is op deze dame zeker van toepassing.
Een wilde kat krabt aan een boom om zijn nagels te scherpen, maar markeert tevens zijn territorium met geurstoffen uit klieren aan de voet.


De Europese wilde kat is helaas niet meer overal raszuiver, er is veel vermenging met verwilderde huiskatten. Hij was verdwenen uit Nederland, maar komt nu sporadisch voor in Zuid Limburg. Als hij beschermd wordt, blijkt de wilde kat zich goed te kunnen handhaven.


Een ander dier dat we vorige keer niet gefotografeerd hebben is het edelhert. Daarvan loopt een grote roedel die we op het einde van de dag gaan zoeken. Het zon staat laag en het wordt al bijna donker, zeker onder de bomen. Maar dat geeft wel mooi licht en mooie tegenlicht situaties.


Deze geweidrager ziet er niet al te florissant uit na de bronst.






Als afsluiting nog een keer de Ohe. Heerlijk spelen met sluitertijden en standpunten. Dit vind ik zelf de best geslaagde opname hiervan.


In het volgende blog komen nog meer foto's van deze fotoreis.

donderdag 17 november 2011

Terug naar het Bayerischer Wald: de wolf


In februari van dit jaar ben ik met een groep gaan fotograferen in het Bayerischer Wald. (Zie mijn blogs van eind februari en maart). Toen hebben we meteen de afspraak gemaakt om in de herfst terug te gaan. Helaas waren er een paar afvallers, maar er kwamen ook twee nieuwe leden de groep versterken. Uiteindelijk gingen we met 6 deelnemers onder de bezielende leiding van natuurfotograaf Marco de Paauw een week lang aan de slag. Het weer was fantastisch en de sfeer ook. Zoals je aan bovenstaande foto al meteen kunt zien, was de natuur qua herfstkleuren op zijn hoogtepunt.

In dit blog staat de wolf centraal.


De wolf heeft een grijze tot grijzige vacht, met een rossig bruine kleur op rug, kop en oren. De verschillen tussen individuele wolven en ondersoorten zijn  groot en ze komen in allerlei kleurvariëteiten voor.


De wolven zien er heel intelligent uit door hun rechtstaande oren, spitse snuit en oplettende blik in hun ogen. De kop van een wolf lijkt heel veel op die van een Duitse Herdershond maar de schedel is breder. Ze hebben ook een soort van bakkebaard onder hun oren.

De lange dikke staart is heel belangrijk voor de wolf. Hij houdt met die staart tijdens koude nachten, zijn neus warm en zorgt ervoor dat de warme lucht niet zomaar uit de longen verdwijnt maar eerst nog de poten verwarmt.


Het gebit bestaat uit 42 tanden waaronder hoektanden van 2.5cm lang, die sterk, scherp en een beetje gekromd zijn zodat de prooi niet uit zijn bek kan ontsnappen.


De wolf kauwt niet op zijn prooi maar scheurt het vlees in brokken en slikt het zo door. De wolf is een specialist wat betreft prooidieren. In roedelverband wordt bij voorkeur gejaagd op de grotere hoefdieren, zoals elanden, edelherten, reeën en wilde zwijnen, afhankelijk van het aanbod. Hij eet tevens knaagdieren, haasachtigen, vogels, aas en afval.


Deze wolf had zijn buit begraven, maar keerde even later terug om hem toch op te eten.




Een wolf communiceert voor een groot deel door gezichtsuitdrukkingen. Wanneer hij kwaad is, trek hij zijn lip op en laat zijn hoektanden zien en zet zijn oren rechtop.



Wolven zijn sociale dieren die in roedels leven en geleid worden door een alfamannetje en een alfavrouwtje. Gewoonlijk hebben zij het alleenrecht op paren en voortplanting. De overige dieren zijn meestal (volwassen) nakomelingen van het alfapaar.





Bij ons bezoek aan de wolven waren deze minder actief (lees minder agressief) dan in februari. Om toch wat actie te krijgen hebben we geprobeerd meetrek-opnames te maken.





Volgende keer meer over het Bayerischer Wald. Mocht je zelf een keer op pad willen met een gedreven beroepsnatuurfotograaf, kijk dan eens op de site van Marco de Paauw. Hij organiseert diverse workshops en reizen: www.wildlifeimages.nl