Zoeken in deze blog

vrijdag 14 oktober 2011

Zandvoort aan de zee

Als ik naar de AWD ga, probeer ik vaak 2 dagen te plannen met een overnachting aan de kust. Ik zeg dan ook meestal dat ik naar Zandvoort ga en altijd komt dan het liedje: "We gaan naar Zandvoort al aan de zee, we nemen broodjes en koffie mee" bij me op, om dat het eerste uur niet meer kwijt te raken. Meer dan deze twee regeltjes ken ik niet en ik denk dat ik dat ook zo maar laat.
Dit is dan het beeld wat zo ongeveer bij me opkomt


Eind september met dat prachtige weer rijd ik richting AWD. Ik kom wat later in de ochtend aan bij ingang de Zandvoortselaan.
Ik wil graag de vossen weer eens zien, want sinds juni ben ik hier niet meer geweest. Als ik me goed en wel geinstalleerd heb, komt Ghita toevallig aanlopen. We eten een boterham en Ghita vertelt me dat de vossen zich de laatste tijd niet meer zo veel laten zien. Ghita loopt verder en ik besluit even te posten voor de ijsvogel die ik over heb zien vliegen.
Dat even wordt 2 uur en als hij zich dan eindelijk laat zien, schrikt hij van mij en vliegt meteen door.
Geen foto van de ijsvogel dus.
Wel krijg ik de kans deze libel te fotograferen

Hij blijft zo goed zitten, dat ik er nog meer kan maken.


Ik ga naar de schuilhut en daar blijken beide jonge vossen rond te lopen. Een van de twee is erg schuw en behoorlijk mank aan haar achterpoot.




Ik besluit de zonsondergang aan zee te gaan fotograferen en krijg daar geen spijt van.
Een soort tableau-vivant (levend, "bevroren" schilderij). Iedereen heeft een kenmerkende houding waaraan je kunt zien wat ze aan het doen zijn.

Een mooi moment, moeder met kind samen genietend van de laatste zonnestralen.


 
Ik zie dat de ondergaande zon de lucht  mooi kleurt en moet natuurlijk wel een onderwerp hebben. Ik ben blij met deze meeuwen.


De lucht kleurt steeds mooier en dat trekt deze mensen om nog een klein stukje door het water te lopen.



Als ik me omdraai zie ik dat het warme licht ook effect heeft op de bebouwing in Zandvoort, waar ik even later mijn hotelletje op zoek.

Ochtend in de AWD




Dauwdruppels

Een damhert dat rustig achterom kijkt wat er gebeurt. Het is eigenlijk te donker om te fotograferen en ik ben blij dat ik in elk geval mijn monopod bij me heb. Echt scherp is ie niet, maar de pose en compositie vind ik wel geslaagd.


De bronsttijd is al begonnen en de mannen liggen 's ochtends uit te rusten. Het wordt vrij snel al erg warm en het licht wordt te hard. Ik ga op tijd voor de files naar huis.
Zo'n bezoekje aan Zandvoort/AWD blijft super.

donderdag 6 oktober 2011

Juffers met dauw


Al langere tijd stond het maken van deze foto's op mijn verlanglijstje. Maar ja daar moet het én het juiste seizoen voor zijn én je moet op tijd aanwezig zijn én het weer moet meewerken.

Ik was al een keer eerder gaan kijken, maar toen was ik waarschijnlijk te laat. Nu ben ik met zonsopkomst aanwezig.

Ik was er al op zaterdagmiddag en zag dat er nog libellen, juffers en vlinders rondvlogen. Mijn plan was snel gemaakt: Morgenvroeg op tijd hier terug zijn.

Al vrij snel vind ik op zondagochtend de eerste bedauwde waterjuffer, een ondersoort van de libellen.


Door de dauwdruppels kunnen de insekten 's morgens vroeg niet vliegen. Ze wachten, vastgeklampt aan een riet- of grasstengel totdat ze zijn opgedroogd.

Dat ze wel kunnen zien blijkt als ik dichterbij kom. Ze  verstoppen zich achter de spriet waaraan ze hangen te drogen. In het begin krijg ik alleen twee bolle ogen die me van weerszijden van de stengel aankijken.

Door de opkomende zon kan ik tegenlicht opnames maken.



Na verloop van tijd is de zon al lang en breed op en ben ik nog steeds bezig.
Het duurt wel 2 uur voordat de libellen zijn opgedroogd, ook afhankelijk van waar ze zitten: zon- of schaduwzijde van het water.


Door de hogere stand van de zon krijg ik heel ander licht en dus heel andere foto's. Deze is met de zon meegemaakt.


Ik zoek nog naar echte libellen maar die kan ik helaas niet vinden. Omdat zij hun vleugels gespreid houden geeft dat weer een heel ander beeld. De libellen blijven dus nog even op mijn lijstje staan. Na deze houd ik het voor gezien en ga tevreden naar huis.

zaterdag 1 oktober 2011

Twee maal O.V.P.

Ik ben de laatste tijd twee keer in de OostVaardersPlassen geweest. De eerste keer op 31 augustus en daarna op 20 september. Deze blog is gewijd aan die twee bezoekjes, vandaar dat ie ook wel aan de lange kant is.
Ik start 31 augustus bij de Lepelaarsplassen in de hoop de zeearend te zien.

En jawel hoor na een poos wachten verschijnt "de vliegende deur".


Met een vleugelspanwijdte van 200 tot 250 cm en een gewicht van 3,1 tot 7,5 kg. is het een imposante vogel. Verder vallen zijn grote gele snavel, de diep gevingerde vleugels en zijn witte staart op. Jonge exemplaren hebben die witte staart overigens niet, zodat deze zeearend een jonkie moet zijn.



Hij vliegt naar een oud aalscholversnest waar hij landt en de omgeving in de gaten blijft houden.
Helaas gaat hij niet op jacht en verdwijnt weer zonder verdere acties.


Tijdens het wachten verschijnt er af en toe een ijsvogeltje, maar die foto's vind ik niet goed genoeg om te plaatsen.
Er zwemt een fuutje rond en langzaam aan komt het steeds dichterbij. Als het plotseling onderduikt en weer bovenkomt spartelt er een behoorlijke vis in zijn snavel.


Ondanks de lange slierten waterplanten weet de fuut het visje te draaien en soepeltjes zijn keel in te laten glijden.



In de kijkhut ontmoet ik Pieter die me de weg wijst naar vogelkijkhut de Kluut. Daar is weinig te beleven. Een enkele lepelaar die wat voor zich uit staart in het water.


Pieter neemt me weer mee op sleeptouw naar de Poelruiter. DE kijkhut voor de ijsvogel, maar niet die middag. Hij laat zich wel horen, maar niet zien. Wel vliegt deze roofvogel even voorbij, ik denk aan een sperwer. Dat klopt niet, René laat me weten dat het om een koekoek gaat. René bedankt! 


Op 20 september organiseert fotoclub VNFE uit Eindhoven een excursie. 's Avonds om half 6 met een bolderkar door de OVP op zoek naar de edelherten. Omdat de kar vol moet, mag iedereen mee. Via een rondje mailen gaan Jos van Fotogroep Veldhoven en medeblogger Loes ook mee.
Loes en ik spreken af om van te voren samen op pad te gaan. Bij de Kluut zit niets. Dan naar de Poelruiter, wachten op de ijsvogel.

Gelukkig laat hij zich even zien, maar hij gaat in het riet zitten en dat geeft wat problemen met de compositie.


Dit is wat ik er van heb kunnen maken.




Daarna blijft hij heel lang weg. De sfeer in de hut is niet zo geweldig, er hangt een heel groot sssssst gehalte (zelfs als er niets te zien is , is het openen van een rits al te veel).
We besluiten naar buiten te gaan en lopen naar De Krakeend, waar we Jos ook treffen.
Er zijn veel watervogels te zien, er staan 2 lepelaars te slapen en er loopt een grote zilverreiger in het water.


Er vliegt van alles op en over:


Ook veel ganzen


Aan de overkant, op de andere oever lopen twee reeën. Eigenlijk te ver weg, maar ik vind ze zo mooi.


Als we de ronde verder af maken, zien we de konikspaarden. Wat zijn het prachtige dieren.




Dan is het tijd om de kar op te gaan. Eigenlijk is het nog te vroeg voor de bronst. Op de Hoge Veluwe is hij op zijn top, maar hier is nog maar een beginnend geburl gehoord. Ook hebben zich nog geen roedels gevormd.


De edelherten lopen in enorme kuddes bij elkaar en wij blijven op grote afstand.


De oeros, het oorspronkelijke rund waar al onze runderrassen van afstammen, is in de 17e eeuw  uitgestorven. De gebroeders Heck hebben geprobeerd een rund terug te fokken dat er zo veel mogelijk op lijkt: Het heckrund. In Nederland komen ze voor in de Oostvaardersplassen en op Flakkee. De heckrunderen die er rondlopen zien we wel een stuk dichterbij.

Het heckrund wordt veel gebruikt voor begrazing  van natuurgebieden. Zij kunnen het hele jaar buiten lopen en hebben weinig zorg nodig. In weilanden die toegankelijk zijn voor het publiek is het heckrund niet zo geslaagd; hij duldt geen mensen te dicht bij zich in de buurt.


Net als bij alle andere dieren zijn het de jonge kalfjes die de meeste ooh's en aah's oproepen.
Die wimpers, om jaloers op te worden!


Bij gebrek aan een zakdoek ....

 
En de laatste!